Lees hier alvast een fragment uit de Straatfabriek
Vreedeveldt opent zijn zwartlederen aktetas en pakt er een donkerblauw mapje met gouden opdruk uit. Plechtig legt hij het op de uiterste rand van de tafel.
‘De inhoud van deze map gaat u redden.’
De directeur kan zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. Hij strekt zijn arm om de map van tafel te pakken.
‘Geduld. Ik zal mijn betoog zo meteen voordragen. Het geschreven woord is machtig, maar het gesproken woord is
nog vele malen krachtiger, mits goed voorgedragen.’
Hij zet de aktetas tegen een poot van de tafel en trekt daarna zijn regenjas uit.
‘Voor ik aanvang wil ik u op enkele punten wijzen. Om te beginnen wil ik niet in de rede gevallen worden. Hebt u
op- of aanmerkingen, bewaar deze voor later. En daarnaast probeert u zich in te denken dat we in de rechtszaal
zijn. Hebt u nog vragen of opmerkingen?’
De directeur schudt zijn hoofd. Vreedeveldt pakt de map van tafel en loopt naar het midden van de kamer. Ruim
tien minuten is de advocaat aan het woord. Een onafgebroken woordenstroom waar geen speld tussen te krijgen is.
Het leven van de directeur, de motivatie voor zijn handelen, het weerleggen van de beschuldigingen en de
conclusie op een aantal velletjes papier samengebracht.
Na afloop is het even stil. Dan spreekt de directeur: ‘In één woord: briljant, Vreedeveldt. Briljant. Ik heb ik alleen
een kanttekening. Is vrijspraak wel realistisch?’
Lees mijn blog voor meer informatie over de Straatfabriek